Zechariah 8

Maar de Here zei tegen Satan: ‘Ik verwerp uw beschuldigingen, Satan. Want Ik, de Here, heb besloten genadig te zijn voor Jeruzalem. Daarom bestraf Ik u. Ik heb Jozua en dit volk genade geschonken. Zij zijn als een stuk brandend hout dat uit het vuur is gerukt.’

1Jozua had erg vuile kleren aan toen hij voor de engel van de Here stond. 2Toen zei de engel tegen de anderen die daar stonden: ‘Trek hem zijn vuile kleren uit.’ En Zich tot Jozua wendend, zei Hij: ‘Kijk, Ik heb uw zonden van u weggenomen en geef u nu deze feestkleren.’ 3
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse Zak. 3:6.
4
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses Zak. 3:5-6.
Ik vroeg: ‘Zou hij alstublieft ook een schone tulband kunnen krijgen?’ Zij gaven hem er een en trokken hem ook de schone kleren aan. Toen zei de engel van de Here plechtig tegen Jozua:
5‘De Here van de hemelse legers zegt: “Als u leeft zoals Ik wil en doet wat Ik u opdraag, zal Ik u de verantwoordelijkheid geven voor mijn huis en Ik zal u toegang geven tot mijn heiligdom evenals tot deze kring van engelen. 6Luister, hogepriester Jozua en al uw andere priesters, u vormt een levend voorteken van de dingen die gaan komen. Begrijpt u het? Jozua is de voorbode van mijn dienaar, de afstammeling van David die Ik zal sturen. 7In de steen die Ik voor Jozua leg en die zeven ogen heeft, zal Ik een inscriptie graveren en Ik zal de zonden van mijn volk binnen één dag verwijderen. 8En daarna,” belooft de Here van de hemelse legers, “zult u allemaal in vrede en welvaart leven en ieder van u zal een eigen huis hebben waar u uw buren kunt uitnodigen.” ’ 9

Niet door kracht of door geweld

10De engel die met mij had gesproken, kwam terug en wekte mij alsof ik had liggen slapen. 11‘Wat ziet u nu?’ vroeg hij. Ik antwoordde: ‘Ik zie een gouden kandelaar met zeven lampen. En bovenaan zit een oliereservoir van waaruit de lampen telkens weer via zeven toevoerbuisjes van olie worden voorzien. 12En ik zie twee olijfbomen staan aan weerszijden van het reservoir. 13Maar wat betekent dit eigenlijk, mijn heer?’ vroeg ik. 14‘Weet u het echt niet?’ vroeg de engel. ‘Nee,’ zei ik. 15Hij zei: ‘Dit is een boodschap van de Here aan Zerubbabel: “Niet door kracht of door geweld, maar alleen door mijn Geest,” ’ zegt de Here van de hemelse legers. 16‘Wie denkt u wel dat u bent, hoge berg? Voor Zerubbabel zult u met de grond gelijk worden gemaakt! Zerubbabel zal de tempelbouw voltooien. Hij zal de gevelsteen aanbrengen. Alle mensen zullen luid juichen en roepen: “Prijs God! Door zijn genade is de tempel tot stand gekomen!” ’

17Ik ontving nog een boodschap van de Here: 18‘Zerubbabel heeft de fundamenten van de tempel gelegd en zal hem ook voltooien. Daardoor zult u weten dat de Here van de hemelse legers mij naar u heeft gestuurd. 19Kijk niet neer op dit kleine begin, want de Here is blij te zien dat het werk begint en dat Zerubbabel het paslood ter hand heeft genomen. Want die zeven lampen stellen de zeven ogen van de Here voor die de hele aarde overzien.’

20Toen vroeg ik de engel: ‘Wat betekenen die twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar? 21En wat betekenen die twee olijftakken die langs twee gouden buisjes het goud als olie naar buiten laten lopen?’ 22‘Weet u niet wat ze betekenen?’ vroeg de engel. ‘Nee,’ antwoordde ik. 23Hij vertelde mij: ‘Zij stellen de twee gezalfden voor die vóór de Here van de hele aarde staan.’
Copyright information for NldHTB